
De voordelen en nadelen van energiedelen
Sinds de komst van de digitale meter wordt er vaak gesproken over energiedelen. In theorie klinkt het prachtig: je overtollige zonne-energie verkopen of delen met iemand anders in plaats van die bijna gratis terug op het net te gooien. Maar hoe werkt dat nu precies? En vooral: is het ook echt interessant in de praktijk?
Ik merk dat veel klanten me hierover vragen stellen. Sommigen willen hun overschot delen met de kinderen, anderen zien er een manier in om hun buren of familie goedkoper van stroom te voorzien. In dit artikel leg ik stap voor stap uit hoe energiedelen werkt, welke vormen er bestaan en waarom het in de praktijk vaak minder voordelig blijkt dan gedacht.
Hoe werkt energiedelen met de digitale meter?
Wanneer je zonnepanelen meer produceren dan je op dat moment verbruikt, wordt de overtollige stroom automatisch geïnjecteerd op het net. Daarvoor krijg je een injectievergoeding van je energieleverancier, maar die is vaak laag (gemiddeld €0,03 per kWh).
Bij energiedelen verkoop of deel je je stroom per kwartier met een ander persoon, waarbij je zelf de prijs bepaalt. Meestal ligt deze prijs hoger dan de injectievergoeding maar lager dan het tarief voor het afnemen van stroom, zodat beide partijen profiteren. Je kunt de stroom ook gratis weggeven, bijvoorbeeld aan familieleden.
Voorwaarden:
- Beide partijen moeten een digitale meter hebben.
- Sinds 2023 is het niet meer nodig om dezelfde leverancier te hebben, maar je moet wel in Vlaanderen wonen.
- De verrekening gebeurt volledig automatisch via de energieleverancier (hier zijn we kosten voor)
Welke vormen van energiedelen bestaan er?
- Persoon-aan-persoon: je verkoopt stroom rechtstreeks aan iemand die je kent, bijvoorbeeld je kinderen of buren.
- Binnen een gebouw: bewoners van een appartementsgebouw die samen investeren in zonnepanelen, kunnen de stroom verdelen via een verdeelsleutel.
- Energiegemeenschappen: groepen gezinnen of bedrijven die zich verenigen en onderling energie delen.
- Delen met jezelf: bezit je meerdere panden in Vlaanderen, dan kan je de opgewekte stroom van je ene woning gebruiken in een ander gebouw.
Op papier klinkt dit allemaal interessant, maar de praktijk is minder rooskleurig.
Nadelen en kosten van energiedelen
Hier wringt vaak het schoentje. Zelfs al deel je je stroom met familie of vrienden, de netkosten en heffingen blijven gewoon van toepassing. Ook binnen één appartementsgebouw met verschillende tellers worden de netkosten aangerekend, ook al al gaat de stroom in theorie niet over het openbare net.
Daarnaast rekenen energieleveranciers vaak administratieve kosten aan, zowel voor de gever als de ontvanger. Dat bedrag kan stevig oplopen. Zo rekent Luminus €150 per partij, Engie vraagt €121 per partij. Daardoor verdwijnt een groot stuk van het financiële voordeel.
Voorbeeld uit de praktijk
Stel dat je je zoon 2.000 kWh per jaar wilt leveren en hij betaalt jou €0,15/kWh. Hij bespaart daarmee €300 vergeleken met de officiële stroomprijs. Maar… als jullie bij Engie zitten, komt er €121 per partij aan administratiekosten bij, dus in totaal €242. Netto blijft er nog maar €58 voordeel per jaar over. En als je zoon minder verbruikt en maar 1.000 kWh afneemt, draai je zelfs verlies.
Ik heb dit al meerdere keren samen met klanten doorgerekend, en vaak kwamen we tot de conclusie dat de kosten te hoog zijn in verhouding tot het voordeel.

Is energiedelen interessant in 2025?
Het idee achter energiedelen is mooi, en in sommige situaties kan het zeker werken. Denk aan gezinnen die héél veel overschot hebben en familieleden die net een hoog verbruik hebben. Dan kan er, mits de administratiekosten meevallen, toch een voordeel zijn.
Voor de meeste gezinnen blijft het echter verstandiger om te investeren in je eigen verbruik optimaliseren. Dat kan door:
- een thuisbatterij te plaatsen,
- je verbruik slim te sturen (bv. wasmachine of warmtepomp overdag laten draaien),
- of met een slimme laadpaal je elektrische wagen vooral met zonne-energie te laden.
Op die manier vermijd je injectie, verminder je je energiefactuur en ben je minder afhankelijk van de lage vergoedingen of extra administratie.
Conclusie
Energiedelen met de digitale meter klinkt mooi, maar in de praktijk zie ik dat de administratieve kosten en netkosten vaak het voordeel wegnemen. Voor wie écht meer rendement wil halen uit zonnepanelen, blijft het slimmer om in te zetten op een hoger zelfverbruik en eventueel een thuisbatterij.
Mijn advies: energiedelen is enkel interessant als je structureel veel overschot hebt én iemand kent met een hoog verbruik. In de meeste andere gevallen wegen de extra kosten, zoals administratie, zwaarder door dan het voordeel.
Bij Volteno helpen we je graag om je situatie te analyseren en te berekenen welke oplossing jou het meeste voordeel oplevert.
Blog energiedelen
Hoe gebeurt de verrekening precies?
Elke 15 minuten wordt jouw overschot aan stroom vergeleken met het verbruik van de ontvanger. Voor die hoeveelheid krijg jij geen injectievergoeding, maar wordt het rechtstreeks verrekend met de afname van de ontvanger.
Verlaagt energiedelen mijn capaciteitstarief?
Nee. Het capaciteitstarief hangt samen met je piekvermogen (hoogste 15-minuten-piek), niet met hoeveel kWh je deelt.
Kan ik energiedelen als ik een thuisbatterij heb?
Ja, dat kan. Op zonnige dagen is je thuisbatterij meestal al rond de middag volledig opgeladen. Het extra overschot dat je daarna produceert, zou normaal geïnjecteerd worden op het net. Door energiedelen zorg je ervoor dat die stroom rechtstreeks bij de ontvanger terechtkomt.










